Categorieën

Geschiedenis

In het kleigebied van het Groningerland liggen dorpen waarvan met zekerheid kan worden gezegd dat ze duizend jaar geleden ook al bestonden. Van Roodeschool, Oosteinde en Oudeschip kan met zekerheid worden gezegd dat die dorpen veel jonger zijn. Want dit gebied is pas later aan het zeewater veilig gesteld.

Land in wording

Er zijn goed leesbare boeken te koop waar erg duidelijk het ontstaan van het gebied wordt beschreven. Een voorbeeld is het boek Het Hoogeland – Hart van de Ommelanden, geschreven door Meindert Schroor. (Uitgeverij Profiel, ISBN: 9789052944609).

De Hefswal (Hef betekent Zee) en de Hooilandseweg liggen met circa 2 m boven NAP relatief hoog. De strook was een rug in de voormalige kwelder. Het oudste ‘levensteken’ van Roodeschool dateert van 1556. In dat jaar wordt een stuk land verkocht dat aan de Hoeyweg van Oosternijland naar de “Nije Greed” ligt. Dit stuk land grensde in het westen aan de “Gemene Wech” van Uithuistermeeden. We mogen aannemen dat dit de latere Hooilandseweg is. Dezelfde akte vermeldt dat de aanzwettende landerijen ook reeds eigenaren hebben. Het land was dus verdeeld en in gebruikt. Wij weten niet of er toen al mensen woonden. Het Groningerland kwam in 1568 in oorlog met Spanje. De oorlog duurde in ons gebied geen 80 jaar, maar duurde tot 1594. Het was een zware tijd voor Stad en Ommeland. Jammer genoeg werd in die jaren geen aandacht geschonken aan de bedijkingen.

Nadat de Spaanse overheerser het gebied in 1594 definitief verlaten had, kwam de bedijking van de gronden achter de noorderdijken ter sprake in Gedeputeerde Staten van Groningen. Het kwam niet verder dan een gesprek en het duurde tot 1626, toen de eigenerfden uit de kerspels Bierum en Pieterburen hun belang van indijking naar voren brengen in het Provinciehuis. De Staten benoemen meteen een commissie die het plan moet uitzoeken en landmeter Johan Sems wordt naar naar buitendijks gestuurd om het één en ander in kaart te brengen. In 1631 kwam de kaart gereed. Deze kaart, ingetekend op perkament, is bewaard gebleven.

Op de oudste schets van Roodeschool heeft Sems de Hooilandseweg ingetekend met aan beide zijden huisjes. Aan de oostzijde ligt “De Dobbe” (aan de oostkant van de Laanweg). En ook ten noorden van de Greedeweg ligt een dobbe: “De Griede Dobbe”. Een dobbe is een kolk gebruikt als drenkplaats voor vee. Op de kaart is aangegeven dat de buitendijkse gronden verdeeld waren over de dorpen Uithuizermeeden, ’t Zandt, Godlinze, Spijk en Bierum.

De indijkingsplannen blijven telkens onuitgevoerd en de belanghebbenden waren het wachten in 1641 zo zat dat zij zelf begonnen met het leggen van zomerkaden. Tussen 1651 en 1655 gaan de dorpen over tot de aanleg van een kadijk met een hoogte van 5 à 6 voet, een benedenbreedte van 38 voet en een bovenbreedte van 2 voet. (voet = ca. 30 centimeter). Over het algemeen bood de kadijk voldoende veiligheid maar tegen uitzonderlijke omstandigheden was de kadijk niet bestand.

Bevolkingsgroei

In de loop van de 17e nam de bevolking sterk toe. In 1672 benoemden de collatoren van de kerk van Uithuizermeeden vijf personen in een commissie om een plaats uit te zoeken voor een kerkhof en om vast te stellen waar een schoolmeesterswoning kon worden gebouwd. Het duurde even, maar in 1684 werd Pieter Harms tot eerste schoolmeester benoemd van Buitendijks, terwijl het huis en de school nog moesten worden gebouwd. De calvinistische kerk was het er vooral om te doen dat de kinderen leerden lezen en schrijven om zelf de bijbel te kunnen lezen.
In 1675 werd Buitendijks een korenmolen gebouwd op de Dobswal naast de Dobbe aan de huidige Laanweg. Zo begon langzamerhand een dorp te ontstaan met een school, maar een kerk ontbrak nog. De kerk was er misschien wel snel gekomen als de grote overstroming van 1686 er niet was geweest.

Watervloeden

In de nacht van 12 op 13 november 1686 werd het Waddengebied getroffen door de Sint Maartensvloed. De gevolgen waren rampzalig en vooral in het buitendijkse gebied. In ons gebied waren er 313 levens te betreuren en er kwamen 294 paarden en 857 koeien om. Bovendien werden 95 huizen verwoest. Ons gebied was zeer zwaar getroffen. Maar met vereende krachten werd de schade in de provincie hersteld. Echter men liet het allerbelangrijkste achterwege: de verzwaring van de zeedijk.

In de nacht van 25 op 26 december 1717 werd het gebied weer getroffen door een watersnood. In de Kerstvloed kwamen 208 mensen om het leven in ons gebied, 193 paarden en 722 koeien verdronken en 58 huizen werden verwoest en dan te bedenken dat Roodeschool in 1840 72 woningen en 360 inwoners telde.

Direct na de watersnood begon men met het verzwaren van de zeedijk.

Buitendijks in de 19e eeuw

In de 19e eeuw maakte Buitendijks nieuwe ontwikkelingen door. In 1840 kwam de bedijking van de Oostpolder gereed waardoor het gebied werd uitgebreid. In de jaren vijftig van die eeuw werd hier een begin gemaakt met verharden van wegen waardoor een goede verbinding tussen Uithuizermeeden en Spijk tot stand kwam. In 1845 kochten de kerkvoogden van Uithuizermeeden een stuk grond aan de Radsweg met de bedoeling om hier een kerk en een pastorie te bouwen. Op 23 december 1845 vond de aanbesteding plaats en op 18 oktober 1846 werd de kerk van Oosteinde (Nijkerkje) ingewijd. De eerste predikant van deze nieuwe gemeente, toen “Uithuizermeeden Oostelijk Gedeelte” genoemd, was Ds. E. Tonckens. In 1874 bouwde de firma Van Oekelen een nieuw orgel in het kerkgebouw.

In het midden van de 18e eeuw had Roodeschool reeds een afgescheiden kerkje. Het was een bescheiden gebouwtje en stond ongeveer op de plek waar nu Hooilandseweg 14 staat. Sinds 1854 preekte hier om de andere zondag Ds. J. Mekkes van Uithuizermeeden. Al gauw kwamen de Buitendijksters met het verzoek om op de andere zondagen een preek te mogen lezen, zodat hen de voetreis naar Uithuizermeeden bespaard bleef. Het gebouw diende trouwens niet alleen als kerk maar ook het verenigingsleven had hier zijn activiteiten.
De afgescheiden gemeente groeide kennelijk, want in 1874 kwam het tot de stichting van een eigen gemeente: de “Christelijke Gereformeerde Gemeente te Uithuizermeeden Oostelijk Gedeelte”. In 1910 werd dit de Gereformeerde Kerk te Roodeschool.

(Fragmenten uit ‘100 jaar Christelijk onderwijs in Roodeschool 1887-1987’).